Het Noodlot
Al maanden was hij weg
De zeeman stoer en sterk
Hij deed 't voor zijn vrouw
Zijn plicht en ook z'n werk
En op een zekere dag
Kreeg hij aan boord een brief
Hij was direct verheugd
't Was van zijn vrouwtje lief
Ze schreef m'n schat
Lees goed wat ik nu zeg
Ik heb goed nieuws
Ook al ben je ver weg
Het maakt me blij
Dat ik dit schrijven kan
Er komt een kind
Je word vader m'n man
Hij vierde 's avonds feest
Wat was de zeeman blij
Hij sprak die avond het meest
Er komt een kleintje bij
's Nachts nog in zijn bed
Sprak hij van zijn kind
Geschonken door zijn vrouw
Die hij zo zeer bemind
De tijd verstrijkt
Hij was nu gauw weer thuis
Wat had hij verlangd
Naar zijn eigen huis
Hij spaarde zijn geld
Voor een mooi ledikant
En las weer zijn brief
Met een trillende hand
Maar op een zekere nacht
De wind was een orkaan
De zeeman en zijn schip
Was met man en muis vergaan
Het angstgeschreeuw klonk hard
De zeeman was niet meer
En net op dat moment
Lag zijn vrouw zijn kleintje neer
En op de zee
Dreef haar laatste brief
Hij las 'm zo vaak
Had zijn vrouwtje zo lief
Ja zo is het leven
Van een zeemansvrouw
De één is gelukkig
De andere in de rouw
Ja zo is het leven
Van een zeemansvrouw
De één is gelukkig
De andere in de rouw