Eenzaamheid
Van de ontelbare vogels
Die men in een gemeentepark ziet
Is waarschijnlijk de meest geheimzinnige
De gemeenteparkiet
Onder een wijdblauwe hemel
Of gemenlijk wolkenfloers
Vliegt hij iedere dag plichtmatig
Zijn gemeenteparcours
Vlieg zuidwaarts, gevederde vriend
Wees niet langer een willoze client
Van de Plantsoenendienst
In een ander, een milder klimaat
Worden klieren vroeg of laat
Toch het endocrienst
Boven de dierentuin zwevend
Hoort hij de laatste gil
Van een juffrouw die verscheurd wordt
Door een kaaimandril
Op de secretarie neergestreken
Wil hij de kans wel benutten
Om te luisteren naar het gekeuvel
Van de gemeentetutten
Vlieg oostwaarts, gemeenteparkiet
Vlieg heen naar dat verre verschiet
Waar niemand paden harkt
En zing dan, gemeenteparkiet
Zing luidkeels een liederlijk lied
Waar mijn hart in farct
Hij ziet met zijn scherpe blik
Hoe een prijsbewuste moeder
Vier flinke babies krijgt
Uit een zakje babypoeder
Hij ziet vogelvrije vrouwen
Ontkleed tot de laatste pluis
Gevangen in vertrekken
Van een gemeen tehuis
Vlieg heen, o gemeenteparkiet
Naar dat ene serene gebied
Waar niemand bomen snoeit
Wees een zingende satelliet
Die eenzaam en tijdloos geniet
En de grondverf oeit
Deze vogel heeft geen warmte
Geen diepte, geen groente, geen halte
Alleen zijn frappante gemeente
Verleent hem gestalte
Eens zal hij voorgoed verdwijnen
Dan verlaat hij zijn aardse nest
Voor de stille, onaantastbare ruimte
Waar zelfs geen kunstmaan dorkest
Vlieg heen dan, o vogel, vlieg heen
Vind een leegte voor jou alleen
Waar niemand een bloem begiet
In mijn innigste dromen klinkt
Voor altijd je sombere stempelinkt
Gemeenteparkiet