De klok in de kamer
Witte gordijnen roze cyclaam
Stoelen en kussen ze zit bij de raam
Ze is net terug uit het ziekenhuis
Want ze he gezet da ze veul liever thuis
En nou dromt ze wa rond van de bakkerij
Een wit gesneden en een kroeselevlaai
Wacht ik hou de deur wel efkes open veur jou
Nou de groeten thuis en houdou tot gauw
As de winkelbel rinkelt dan schiet ze weer wakker
Hé daor fietsen twee vriendinnen voorbij
Tassen an 't stuur die gaon nar den bakker
O die komen straks wel langs bij mij
En ze loopt naar de keuken
En ze zet alvast de ketel op 't gas
En ze mompelt terug
'T goa nie meer zo vlug
Witte gordijnen roze cyclaam
De vrouw van den bakker zit weer bij de raam
En ze kijkt naar buiten naar de lege straat
As de klok in de kamer z'n drie keer slaat
Och de dagen vertragen den tijd duurt zo lang
Ik mag nie klagen mar soms ben ik zo bang
De pastoor he gezed het kumt allemaol goed
En nou weet ze precies waarum da ze 'm nie moet
Want dan zie ze weer tassen
Vol broden en vlaaien
Lekkers van uw luxe bakkerij
Zonder te kijken zonder te zwaaien
Fietsen weer die twee vriendinnen voorbij
En ze loopt naar de keuken
As de ketel fluit dan draait ze 't gas maar uit
En ze mompelt terug
'T gao nie meer zo vlug