Voor altijd
Wie komt er niet klaar
Op de deining van een vliegdekschip
Wie krijgt er geen kippevel
Bij het zien van een haarscherpe vouw
Geen brok in zijn keel bij marsmuziek
Hij weet wel beter
Met rode band en ster met boek en frons
Hij van middden in de week en 's zondags niet
Zijn kinderen studeren in het buitenland
Spelen cricket rijden paard
Zijn vrouw doet iets aan kunst
Ze bridget en leest
Simone de beauvoir
En hij doet iets in olie
En brokkelt wat in melk
Gaat af en toe op jacht
En eet bij voorkeur à la carte
En als het er is
Fazant
Geen brok in zijn keel bij marsmuziek
En als hij leest is dat meestal
De titel de flap en de bio op de achterkant
En af en toe vrij nederland
En elke vrijdag na de sauna heeft-ie 'n afspraak
Met 'n kleine volle weduwe
Hij geeft z'n vrouw
Een kushand
En fluistert in z'n minnares
En met getuite lippen
Sust hij z'n kinderen
En murmelt uit de bijbel
En met diezelfde mond
Die christelijke grijns
Op dat uitgestreken smoel
Zwijgt hij superieur
Blaft hij orders
En bijt hij van zich af
En snoert hij als het moet
In naam van god en vaderland
Die van 'n ander voor altijd
Geen brok in zijn keel bij marsmuziek
Maar ja
Wie komt er niet klaar
Op de deining van een vliegdekschip