Avondrood (Im Abendrot)
Ooit zijn we oud
Een half leven lang samen hand in hand
We schuifelen leunend op elkaar
Vredig door het winterse land
Plotseling wil ik niet verder lopen
Het is wit zover je kijkt
Op meer mag ik niet hopen
Mijn 'eeuwigheid' verstrijkt
Daar hoog zie je die leeuwerik
Want gauw ben je me kwijt
Maar hoor je hem dan schreeuw ik je toe van kop op meid
Hoe kleurrijk was ons leven
Nu staan we avondrood
Ik zou jou mijn leven geven
Aanvaard je ook mijn dood