Ongelofelijk Onbedreven
Ongelofelijk onbedreven
Komt de mens in de wereld aan
Haast te hulpeloos om te leven
Haast te zielig om te bestaan
En had moeder je niks gegeven
Zou je zeker zijn doodgegaan
Na je zonnige kinderjaren
Overschaduwd door wat niet al
Moet en zul je zelfstandig varen
Dapper steek je een keer van wal
Dat de engeltjes je bewaren
Anders loop je nog in de val
Zoveel mensen, zoveel verhalen
Zoveel zorgen en trammelant
Met illusies en idealen
Zit je goed aan de foute kant
Ieder moet op z'n tijd betalen
En geen schipper die nooit eens strandt
Wat je allemaal hebt te leren
Wat je allemaal weten moet
Eer je enigszins kunt taxeren
Dit is ballast en dat is goed
Continu is het corrigeren
Je verzuipt als je dat niet doet
Al die deuken en al die builen
Maken moedeloos op den duur
O, wat zou je graag even schuilen
In het huis bij het warme vuur
Om eens helemaal uit te huilen
Ook al is het maar één half uur
Je kunt in een orkaan belanden
Of verdwalen in dichte mist
Of je vecht met gekneusde handen
Tegen leugen en valse list
En kijk uit voor de misverstanden
Vooraleer je je weer vergist
Als ze al te dicht bij je komen
Doe dan tijdig je deur op slot
Met het oog op je glazen dromen
Anders maken ze die kapot
Aan de vruchten kent men de bomen
En de meeste zijn voos of rot
Ongelofelijk onbedreven
Komt de mens bij het eindpunt aan
Hoeveel dagen hem zijn gegeven
Hoeveel jaren om te bestaan
Nooit genoeg om te leren leven
Of te leren om dood te gaan