Raamkozijn
Elke avond in het raamkozijn,
tegenover mij
Waar de kaarsjes branden,
naast een glaasje wijn
Waar de kater bij de kachel spint
en Elvis ‘Love me tender’ zingt
en de wind nooit naar binnen waait,
daar zit jij
Je kijkt weleens iets op TV
of rookt een sigaret
En je gaat ook weleens, net als ik,
veel te laat te bed
De klok blijft eigen wijs doortikken
Tot het allemaal verdwijnt
De wijzers langs de uren
Wij langzaam naar ons eind
Zijn we hier als buren de stille getuigen van elkaars sterfelijkheid?
Weet je ook van mijn bestaan?
Vind je me weleens eenzaam?
Als ik weer de tafel dek voor mezelf
Elke avond in het raamkozijn
Tegenover jou
Waar de kaarsjes branden
Zie je mij
De klok blijft eigen wijs doortikken
Als een tijdbom naar z’n eind
De wijzers langs de uren
Tot het allemaal verdwijnt
Zijn we hier als buren de stille getuigen van elkaars sterfelijkheid?
Elke avond kijk ik even naar hetzelfde raamkozijn
Waar je niets verandert en dat vind ik fijn.