Zo zat as 100 000 man
Ik zen zo zat as 100000 man
Ik zen zo zat ik snap er niks meer van
Ik kan nog amper oep mijn benen staan
Ik zen zo zat as een kanon
De juffra vroeg aan jantje hoeveel is twee plus drij
Maar Jantje had gezopen was er helemaal ni bij
Die kleine liet nen boer en de juffra stoeng vor schut
Toen jantje zei kust gij mijn blote kloten stoemme trut
Ik ging eens naar nen tandarts oemda kik tandpijn kreeg
Die vent sleurde vakkundig heel mijn bakkes leeg
En toen dakkik hem vroeg was da wel nodig meneer
Zei dien tandarts beste vriend ik weet het zelf al lank ni meer
Ik zen zo zat as 100000 man
Ik zen zo zat ik snap er niks meer van
Ik kan nog amper oep mijn benen staan
Ik zen zo zat as een kanon
Den eerste minister die kwam oep den TV
Hij wou een toespraak houwen maar't zat em echt ni mee
Zijn ogen oepgezwollen en zijn tong uit zijnen bek
Met het schuim nog oep z'n bakkes sloeg em dees uit zijne nek
Ik zen zo zat as 100000 man
Ik zen zo zat ik snap er niks meer van
Ik kan nog amper oep mijn benen staan
Ik zen zo zat as een kanon
D'r was eens ne pastoor die houde eens ne preek
Hij sloeg wat uit zijn botten da nergens ni oep leek
Hij begon ineens te spauwen 't kwam verdoemme door die wijn
Tussen de brokken tussendoor zeitem kust allemaal de mijn
Ik zen zo zat as 100000 man
Ik zen zo zat ik snap er niks meer van
Ik kan nog amper oep mijn benen staan
Ik zen zo zat as een kanon