Het stamcafeetje
Ik sta weer voor m’n stamcafeetje
Waar ik met m’n vrinden zat
Halve dagen halve nachten
Het was of de klok geen wijzers had
Stef en eppo en guus en gerrit
Oh wat gingen wij tekeer
Maar da’s een hele tijd geleden
Ze zijn er alle vier niet meer
En ik zie dezelfde tafels als ik er naar binnen stap
De kast van koos met de medailles
En de telefooncel bij de trap
D’r staan nog steeds diezelfde stoelen
Dezelfde spiegels ook jawel
Maar ik kan het sfeertje niet meer voelen
Wat ik er voelde met dat stel
Ik zit weer aan dezelfde tafel
En ik kijk wat wazig naar mijn bier
Maar dan ben ik niet meer in m’n eentje
Nou zijn ze er toch weer alle vier
Gerrit met zijn borsalino
Guus met zijn geruite pet
Eppo een tweede valentino
Stef met zijn eeuwige sigaret
We heffen het glas
En we zingen even uit volle borst we zijn niet bang
Want onze vriendschap is gebleven
Langer dan een leven lang
De ober dooft het laatste lichie
Dat voor me op de tafel staat
En ik wankel naar de deur toe
En dan sta ik alleen op straat
Ik sta weer voor m’n stamcafeetje
‘t is net of er iets van binnen lacht
Het was weer even oude jongens
Neuriënd loop ik door de nacht
En een lieve stem roept als ik thuiskom
En ik sta te rommelen aan het hek
Waar was je nou
En ik roep bedremmeld
Ik was in de hemel vind je het gek hik