Versjes
Het torretje
Ergens in mijn tuin zag ik een torretje
Van 't mannelijk geslacht het had een snorretje
Maar later bleek en dat was het frappante
'T was zeer waarschijnlijk een wat zwaar behaarde tante
De mug
Ik plaag marie
Ik treiter mientje
Ik pest sofie
En ik sardientje
Hazewinden
Twee hazenwinden vrijen op het strand
En geen van beide vind het genant
Telkens als ik nu hazewinden tegenkom
Denk ik hazewinden er geen doekjes om
Wat heb je aan al je miljoenen piet
Als je piesen moet en je kan 't niet
Non
Ik zie nog zuster gratia en zuster aldegonde
Wanneer ze in de wind op het strand volop te wapperen stonden
Als hemelvlaggen in de wind ik vond het zo apart
Daar tussen al die blote kleur het devote zwart
Nu staan ze in jumpertjes wat grijsjes in de zon
En af en toe zegt iemand nog die juffrouw is een non
Het tandje van jantje
Hij heeft z'n eerste tande het kwam een beetje laat
Voor je met je bek vol tanden staat
Vriend
Je hebt iemand nodig
Stil en oprecht
Die als het erop aan komt
Voor je bidt en voor je vecht
Pas als je iemand hebt
Die met je lacht en met je grient
Dan pas kun je zeggen
Ik heb een vriend
De grote kunstenaar
De kunstenaar nam aan de bar met haar een lekker lunchje
En zie de grote kunstenaar flikte haar
In het gras van de wei
In het gras van de wei
Wordt geweldig gevrijd
In het klein
Maar niet minder reusachtig
Want dat gaat daar van hup
Het is een grote club
Geen gedoe van
Mevrouw ik bekoor u
Neen de rups of de spin
Zegt gewoon heb je zin
Want er zijn nog vier wachtenden voor u