Voor ma
Vader vaart uit
Om met de zijn schuit
Weer rijke buit te gaan vergaren
Aan het stille strand
Staan hand in hand
Moeder en kind hem na te staren
Kalm is de zee
Blij lacht de beek
En vrolijk gaan in korte klokkenslaan
Helder en klaar luiden de klokken
Helder en klaar hoog in de nokken
't is of ze vragen, als ze slaan
Laat toch dit scheepje niet vergaan
Fel giert de wind
Moeder en kind
Staan aan het strand
Vol angst te staren
Groot is hun nood
Want vader's boot
Is nog maar steeds niet thuis gevaren
Plots klinkt een kreet
Het noodlot is wreed
Een wrak spoelt aan
Zijn scheepje is vergaan
Droevig en zwaar luiden de klokken
Droevig en zwaar hoog in de nokken
Het is of ze klagen met een traan
Weer is een scheepje op zee vergaan